Het recht op inspraak wordt medezeggenschap genoemd. Binnen een organisatie bestaat medezeggenschap in Nederland uit diverse vormen:

- de personeelsvergadering: als er geen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging in een organisatie is, is de werkgever verplicht om minimaal twee keer per jaar een vergadering te beleggen met alle werknemers;

- de personeelsvertegenwoordiging: een organisatie met 10 tot 50 werknemers kan een personeelsvertegenwoordiging instellen; deze vorm van medezeggenschap is verplicht als de helft van de werknemers om zo’n personeelsvertegenwoordiging verzoekt of als

- de ondernemingsraad: iedere organisatie in Nederland met 50 of meer werknemers (en dus niet fte’s) is verplicht een ondernemingsraad in te stellen.

Een personeelsvertegenwoordiging of ondernemingsraad voert overleg met de werkgever over het ondernemingsbeleid en de personeelsbelangen.

Medezeggenschap leidt tot grotere betrokkenheid van werknemers bij de organisatie en het vergroot de invloed op het werk en de gang van zaken in de organisatie. De organisatie verkrijgt via de medezeggenschap weer informatie vanaf de werkvloer, welke informatie zónder de medezeggenschap mogelijk helemaal niet aan de oppervlakte zou komen.

De ondernemingsraad is de meest bekende vorm van medezeggenschap. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) kent de OR taken en bevoegdheden toe.

Scholing

Ieder OR-lid heeft jaarlijks recht op scholing. Dit wettelijk recht is vastgelegd in artikel 18 van de WOR. De Sociaal Economische Raad (SER) heeft een nadere uitwerking gegeven als het gaat om de vertaling van scholingsdagen naar scholingsdagdelen:

- OR-lid zonder zitting in een commissie: 5 scholingsdagen of 13 dagdelen;

- Commissielid: 3 scholingsdagen of 8 dagdelen;

- OR-lid met zitting in een commissie: 8 scholingsdagen of 21 dagdelen.

De SER stelt verder jaarlijks richtbedragen vast voor OR-cursussen. De ondernemingsraad kan met deze informatie een scholingsplan opstellen aan de hand van de scholingsbehoefte, waardoor scholing en vorming een gestructureerd karakter krijgen. Hoewel de ondernemingsraad vrij is om de scholingsbehoefte en het scholingsplan vast te stellen, is het raadzaam dit met de ondernemer te bespreken. Dit geeft draagvlak. Bovendien betaalt de organisatie de scholing.  

Het adviesrecht

De ondernemingsraad mag over een tal van onderwerpen advies uitbrengen over door de ondernemer voorgenomen besluiten. Dit adviesrecht is vastgelegd in artikel 25 van de WOR en somt op bij welke onderwerpen dit adviesrecht geldt. Het moment van de adviesaanvraag kan in de praktijk tot onduidelijkheid en discussie leiden. De ondernemer moet de adviesaanvraag tijdig aan de ondernemingsraad voorleggen, zodat het advies nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

Het instemmingsrecht

De ondernemer moet vooraf instemming ontvangen van de ondernemingsraad over een tal van onderwerpen die staan opgesomd in artikel 27 WOR. Zonder die instemming kan de ondernemer in beginsel geen uitvoering geven aan het besluit. Kort gezegd gaat het om het vaststellen, wijzigen of intrekken van bepaalde regelingen of systemen die van belang zijn voor een groep medewerkers. Het gaat veelal over regelingen of systemen die duurzaam en niet incidenteel van aard zijn.

Reorganisatie en medezeggenschap

Bij reorganisaties is het zaak op het juiste moment uitvoering te geven aan de medezeggenschap. Een ondernemingsraad moet worden betrokken bij de advisering over een voorgenomen besluit tot reorganisatie. De ondernemer mag nog geen (begin van) uitvoering geven aan de reorganisatie, zolang de ondernemingsraad zich niet heeft uitgelaten over het voornemen tot reorganiseren.

De ondernemingsraad krijgt een redelijke termijn om een advies te geven over het voorgenomen besluit tot reorganisatie.

De ondernemer moet de plannen tot reorganisatie een maand in de ijskast zetten, als het definitieve besluit tot reorganisatie van de ondernemer niet overeenstemt met het advies van de OR. Deze wachttijd van een maand gaat in nadat de ondernemer de ondernemingsraad schriftelijk van het besluit op de hoogte heeft gesteld.